Vitali Kirillov is in 2003 vanuit Rusland naar Amsterdam getrokken, waar zijn neef Ilja, kunstenaar, hem onder zijn hoede neemt. In diens kraakpand wordt hij snel opgenomen door een legertje Russische illegalen, drinkebroers en psychopaten. Hij maakt er van alles mee, een ongeluk, zelfmoord, en ontmoet de wonderlijkste figuren, zoals een vrouw die 's nachts schreeuwt tegen schedels. Ondanks zijn bonte belevenissen kan Vitali een gebeurtenis niet uit zijn hoofd zetten: toen hij in 1985 als soldaat bij de Russisch-Finse grens was gelegerd en een maat op zijn ski's over de grens vluchtte. Naarmate zijn visum afloopt, wordt zijn drang om die maat te zoeken steeds groter. Een (prettig gestoorde) Nederlandse vriendin aan wie hij zijn verhaal vertelt, besluit met Vitali mee naar Rusland te gaan om die man te zoeken. Het toeval brengt hem bij de onthutsende waarheid. Na haar journalistieke bundel 'Peterburgse vertellingen' debuteerde de slavist De Moor (1972, dochter van!) met deze vlot geschreven roman, waarin achter al het kolderieke een hoop ellende schuilgaat. Normale druk.