Kim, een jonge vrouw die dertien jaar onschuldig in de gevangenis heeft gezeten voor de moord op een meisje, is vrijgekomen en zint op wraak. Maar ook Max, de inmiddels volwassen broer van het meisje, is teruggekeerd naar de wijk in Delft waar zich destijds het drama voltrokken heeft, toen Kim zijn oppas was. Hij neemt onder een valse naam een baantje aan als hulp in de huishouding bij Dorien van Ommeren, een door reuma gekwelde vrouw, die een klusjesman nodig heeft nadat haar man Anton is verdwenen. Als kleine jongen heeft hij gezien dat het Anton was die zijn zusje Suze meenam. Eigenlijk weet niemand wat hij van de ander wil, maar alles raakt aan het schuiven als Janis, een vroeger gevangenismaatje van Kim, zich voor Kim uitgeeft en contact legt met Dorien en geld van haar eist. Door flashbacks krijgt de lezer langzaamaan een vermoeden van wat er dertien jaar geleden gebeurd zou kunnen zijn. Na een dip middenin het verhaal volgt een toch nog verrassend einde, nadat de verteller, die al te duidelijk informatie achterhoudt voor de lezer, de spanning behoorlijk heeft opgevoerd. Redelijk vakkundig geschreven, spannend, gecompliceerde plot, maar je voelt je als lezer ietwat gemanipuleerd omdat de verteller zo opzichtig informatie achterhoudt.