Dit boek brengt ons naar de binnenlanden van Suriname. Daar leert een groepje van zeven kinderen de geheimzinnige oude man Fodewroko kennen. Hij vertelt dat het regenwoud wordt bedreigd door een gevaarlijk monster. Deze zoekt met kwik naar goud op de bodem van de kreken en het meer. Het milieu wordt daardoor aangetast en ook malaria eist steeds meer slachtoffers. De kinderen krijgen de opdracht om het monster te doden. Samen met een meisje uit een inlands dorp aanvaarden ze deze missie. Dit gegeven leidt tot allerlei avonturen: zo wordt een van hen bijna slachtoffer van de verborgen bloem, ze ontmoeten de godin van het verdronken meer en als spannend hoogtepunt is er de strijd tegen de moorddadige mieren. Uiteindelijk maken de kleine helden een mengsel van mierenzuur en zwavel; daarmee kunnen ze het monster vernietigen. Het kost in het begin wel even moeite om de verschillende kinderen uit elkaar te houden maar al snel word je meegesleept door het spannende verhaal. De sfeer in de tropen wordt bijzonder goed getroffen en de natuurbeschrijvingen zijn erg mooi. Het is tevens prettig dat de schuingedrukte moeilijke en vaak Surinaamse woorden in een verklarende woordenlijst staan. Een spannend en leerzaam boek, vanaf ca. 11 jaar.