Sinds de jaren tachtig zijn de sekseverschillen in leren en studieprestaties kleiner geworden. Inmiddels is het zelfs zo dat meisjes het vaak beter doen dan jongens in het onderwijs (vanaf het eind van de basisschool tot en met het hoger onderwijs), mede door meer nadruk op taal, minder beweging en eerder zelfstandig leren. Meisjes hebben betere prestaties en leermotivatie, studeren sneller en korter. Naast sociale en culturele verschillen blijken ook biologische en neuropsychologische factoren een belangrijke rol te spelen. Deze belangwekkende bundel bepleit een integrale benadering van de aspecten die samenhangen met de ontwikkeling van jongens, uitgaande van het biopsychosociaal model, met aandacht voor de consequenties in de praktijk. Er zijn drie delen: 1. De praktijk van het onderwijs, 2. De gang van jongens door verschillende onderwijsstadia en 3. Het onderwijs tussen aanleg en omgeving, de maatschappelijke context. Daarin biedt een keur van onderwijsspecialisten kennis en inzicht uit de praktijk en theorie, met als doel jongens beter te begrijpen en te begeleiden in hun schoolloopbaan. Met modellen, illustraties, literatuur, bronnen/websites en bijlage.