De grondstelling van dit boek, waarvan de eerste druk (1992, vertaling 1994) veel reacties losmaakte, is dat elke vrouw van nature begaafd is, omdat in haar een krachtig, creatief en vitaal wezen schuilgaat. De onderdrukking daarvan is volgens de auteur - behalve Jungiaans analytica ook dichteres, schrijfster en 'vertelster' van oude volksverhalen - de oorzaak van veel psychische problemen. Een groot aantal, thematisch ingedeelde, vrouwenverhalen illustreert deze stelling. Op deze manier draagt de auteur bij tot een herwaardering van de instinctieve natuur van de vrouw. In antwoord op lezersreacties werd de vijfde druk (1995, vertaling 1997) uitgebreid met extra toelichting en noten per hoofdstuk. Daarnaast werd een nawoord toegevoegd waarin de auteur iets vertelt over de oorsprong van het werk, het taalgebruik en de reacties van lezers. Van die vijfde druk is deze 27ste druk een ongewijzigde herdruk. Een boek dat reeds veel vrouwen heeft bereikt. De vermenging van psychoanalytische en dichterlijke taal maakt het, behalve een zinvolle persoonlijke verkenning, ook tot een boeiende leeservaring. Ongewijzigde herdruk.