Er zijn relatief meer boeken geschreven (ook autobiografieën) over het lot van joden in de vernietigings- en concentratiekampen dan over hun lot in de onderduik. Onderduik werd na de oorlog gezien als 'minder erg' en dus 'minder interessant'. In dit boek vertelt de auteur (1939, zelf jong onderduiker) het verhaal van zijn Duits-joodse ouders die, gevlucht naar Nederland, in 1943 moesten onderduiken. Een huiveringwekkende reis van twee jaar was het gevolg (zonder hun zoon) langs twaalf adressen. De ondertitel van het boek luidt 'een verhaal van verraad, ontsnapping, wanhoop, honger en angst' en daar is weinig aan toe te voegen. Buiten dat heeft dit boek een groot pluspunt: het is erg goed geschreven. De ouders van de auteur komen helemaal 'tot leven', ook omdat hij ze, toen ze al op leeftijd waren, uitgebreid interviewde op de band. Je blijft lezen in dit met enige distantie geschreven, zeer spannende boek dat nooit larmoyant wordt en zelfs hier en daar wat humor weet op te brengen. De auteur publiceerde eerder onder het pseudoniem Shlomo P. Levi zijn eigen onderduikverhaal, 'Het zesde jaar' (2005)*. *2005-50-0-056.