De schrijver, één der groten van het SF-toneel, heeft een deel van zijn oeuvre gewijd aan het beschrijven van de nadagen van de oude Aarde, wanneer de zon reeds in kracht begint af te nemen en haar licht roodachtig wordt. Op deze Aarde vieren tovenarij en zwarte kunst hoogtij. De avonturier Cugel de Slimme is zo ongelukkig de toorn van een gevreesde tovenaar op te wekken, waarna hij op een gevaarvolle tocht wordt gestuurd ten einde met het opzoeken van een kostbaar kleinood zijn schuld te delgen. Na bloedstollende avonturen weet hij tenslotte zijn opdracht te vervullen. Het verhaal, uit 1966, is bijzonder humoristisch geschreven in wat verheven dialogen, gecombineerd met sterk episch proza, zoals al het werk van deze auteur. Het boek telt enkele zwart-witte tekeningen. Pocketeditie; normale druk. Boek 2* van de Verhalen van de Stervende Aarde en deel 27 van het verzameld werk van Jack Vance (1916-2013). *Zie a.i.'s deze week ook voor de Boek 1, 3 en 4 van deze serie..