Julie (28) woont samen met Francis (50) in het dorpje Lepotins. Diverse karikaturale dorpsgenoten gluren argwanend naar het stel. Elk van hen kampt met een probleem. Het verhaal omvat een week, van vrijdagavond 20:30 uur tot de daaropvolgende vrijdagavond om 21:30 uur. Hoe Julie in het dorp is terechtgekomen en de ontwikkeling van haar relatie met Francis wordt onthuld door flashbacks. Het verhaal wordt afwisselend verteld door Julie of een van de dorpsgenoten met aanduiding van dag en tijd. Vanaf het begin is duidelijk dat er met Francis iets grondig mis is, met een dramatisch effect op Julie. Het verhaal wordt afgewisseld met cursieve gedachten en poëzie-achtige briefwisselingen tussen Francis en Julie. Aan het eind een onthullend krantenartikel. De titel verwijst naar een uitspraak van Francis. Het boek wemelt van de metaforen met o.a. verwijzingen naar de dood, veel bijvoeglijke naamwoorden en typisch Vlaamse uitdrukkingen. De overdaad schaadt. Personages komen niet tot leven. De mozaïekvertelling blijft oppervlakkig; beoogde diepgang over de vraag naar geluk blijft achterwege. De dramatiek wordt versterkt door spookverhalen uit het verleden. Weinig opbeurend liefdesverhaal. Debuutroman.