Lester is een slimme eend met een blauw alpinopetje op zijn kop. Hij is avontuurlijk en barst van het zelfvertrouwen. Bob is een heel vriendelijke, maar soms wat onnozele en onhandige beer die dol is op taart. Lester en Bob zijn dikke vrienden en in dit tweede deel over hen, na 'De avonturen van Lester en Bob'*, staan zeven korte verhaaltjes met de kleine avonturen die ze beleven. Het eerste verhaaltje is zo kort en heeft zo weinig tekst dat het idee erachter niet goed uit de verf komt, maar de overige verhalen zijn verrassend en grappig. Bijvoorbeeld als Lester krokodillen weglokt, zodat Bob de badmintonshuttle uit hun tuin kan halen, taartcontrole bij Bob en als de twee vrienden erge ruzie hebben en gaan duelleren. De clou van de verhaaltjes wordt niet uitgeschreven, maar is duidelijk en sluit goed op de jonge doelgroep aan. De auteur heeft zowel de tekst als de illustraties gemaakt. De laatste zijn rustig en beeldend in de kenmerkende stijl waarmee hij in 2005 de Duitse Jeugdliteratuurprijs won en in 2007 Nederlands Prentenboek van het Jaar voor 'Anton kan toveren'. Zijn illustraties zijn grappig en bieden kinderen veel om naar te kijken. Voorlezen vanaf ca. 5 jaar. *2015-14-3553 (2015/36).