De Kleine Prinses is bekend van diverse prentenboeken, waarin zij als dwarse kleuter menigmaal het paleis en zijn bewoners op zijn kop zette. Inmiddels is zij ouder geworden en is dit boek met twee verhalen met haar meegegroeid. Haar opvliegende, eigenzinnige karakter is echter hetzelfde gebleven. Zo durft niemand haar haar echte (rare) naam te vertellen, nu ze te groot wordt om met 'Kleine Prinses' te worden aangesproken. In het tweede verhaal is zij absoluut niet gediend van weer een nieuw speelkameraadje. Net als in de prentenboeken pakt een en ander totaal onverwacht uit! Ook in deze verhalende uitgave is veel ruimte voor gekleurde illustraties: de karakteristieke met zacht aquarel ingekleurde pentekeningen boeten als losse tekeningen niets aan kracht in. Daardoor leent het boekje zich goed tot voorlezen, maar is het - met al die rustpunten in de tekst - ook geschikt voor nog niet zolang lezenden. Humorvolle uitgave. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 7 jaar.