Een boek met persoonlijke verhalen van een voormalig fotograaf die zijn zicht verliest. Frank Boske hing noodgedwongen zijn camera en autosleutels aan de wilgen toen hij steeds slechter begon te zien, en nam de hoge drempel naar taststok en geleidehond. De hulp die hem vanaf dat moment werd geboden, leerde hem dat er in de mens een intrinsieke behoefte schuilt iets voor een ander te doen. In dit boek beschrijft Boske zijn reis van net doen alsof er niets aan de hand is, via schaamte voor zijn slechte zicht, naar een nieuwe rol als inspirator. Persoonlijk en met enige humor en zelfspot geschreven, met korte hoofdstukken van één tot vijf pagina’s.