Jacob van Lennep (1802-1868) maakte in de negentiende eeuw niet alleen naam als jurist en Kamerlid, maar ook als schrijver van onder meer historische romans. In dit werk uit 1840, dat gerekend wordt tot de klassiekers van de Nederlandse literatuur, beschrijft hij de lotgevallen van Ferdinand Huyck die een eeuw eerder als onderdeel van zijn volwassenwording, zoals veel zonen uit gegoede families, een reis door Europa maakt. Zijn grootste, vormende avonturen beleeft Ferdinand overigens niet in het buitenland, maar in Holland tijdens zijn terugreis naar Amsterdam. De Bildungsroman, geschreven in de traditie van beroemde auteurs als Goethe en Dickens, is niettegenstaande het negentiende-eeuwse Nederlands (bijv. 'zeide' i.p.v. 'zei') goed leesbaar (in hedendaagse spelling) en kan een groot publiek aanspreken. De uitstekende inleiding van Marita Mathijsen, hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde en kenner van Van Lenneps oeuvre, wekt in ieder geval de appetijt van de lezer. Met een lijst van vertalingen van Latijnse uitdrukkingen.