Willem, een vrijgevochten seizoenarbeider en vader van een dochter, leidt door zijn werk een zwervend bestaan. Als hij van zijn huidige baas afscheid neemt om verder te trekken, vraagt de boerin hem een pakje met een antieke trouwjurk mee te nemen. Deze is bestemd voor haar dochter Nienke die naar Diever is gevlucht om bij haar geliefde, een schaapscheerder in Drenthe, te kunnen zijn. Onderweg ontmoet Willem Sjors, ook een vrijheidsman en met wie hij van Noord-Holland naar Drenthe samen reist. Deze dubbele liefdesgeschiedenis speelt zich af in de beginjaren van de twintigste eeuw, op het platteland met zijn bittere armoede, standsverschillen, overnachtingen in hooibergen en veel drank. Goed uitgewerkte verhaallijn, een roadmovie van twee mannen die hun eigen weg kiezen in het leven en onderweg zichzelf tegenkomen. Ieder hoofdstuk begint met een herinnering uit het leven van Willem. Het taalgebruik onderstreept de sfeer van vroegere tijden.