Het is een bekend voorleesverschijnsel: jonge kinderen kunnen talloze malen vragen om hetzelfde verhaal voor te lezen. In dit prentenboek is Fleur zo'n kind. Elke avond wil ze hetzelfde verhaaltje. Ze is hoogst verontwaardigd als pap niet exact de tekst leest die Fleur inmiddels uit haar hoofd kent. Dan raakt pap ook in paniek, want bij de woorden ontbreken toch echt letters. Er is een dief, een letterdief in de kamer. Dan ontdekken ze plotseling een paars monster. Het lijkt alsof Fleurs kleine broertje Skip dat al veel langer in de gaten had. Het verhaal dat achterin tot op de schutbladen doorloopt, moet volgens de flaptekst gelezen worden zoals het er staat en niet wat je denkt dat er moet staan ('Z iets heb ik nog nooit meegemaa . Wat moeten we onder etters en oordjes'). Prentenboek op A4-formaat met speels verhaal over taal. De summiere tekst is in groot lettertype (soort schrijfletter) in diverse kleuren gedrukt, horend bij een bepaald personage. De computeranimatietekeningen, waarbij vooral de grote ogen opvallen, zijn kleurrijk en levendig en zijn afwisselend als spread, paginagroot of als in een stripverhaal geplaatst. Het grappige paarse monster is op de meeste prenten, soms subtiel, aanwezig. Vanaf ca. 4 jaar.