De legende van Sint Nicholas vertelt over een jongetje die in het stadje Patara wordt geboren aan de kust in een land dat we nu Turkije noemen. Hij maakt vrienden met een jongetje van Afrikaanse afkomst die in eerste instantie gepest wordt. De jongens worden al snel onafscheidelijk en maken verschillende avonturen mee. Zo zagen ze een Demon-boom om en gaan ze op de grote vaart. Naderhand gaat Nicholas de kerk in en wordt priester. Hij heeft bijzonder moderne ideeën en meningen over hoe hij met de mensen wil omgaan. Dit wordt niet gewaardeerd door hogerhand binnen de kerk, maar door de grote liefde van het volk weet hij het tot bisschop te schoppen.