Al eerder publiceerde Betsy van de Grift over het kinderbrein: hoe het zich ontwikkelt en hoe jonge kinderen leren. De neurowetenschap geeft daar steeds meer inzicht in. Wat kunnen jongekind-leerkrachten en pedagogisch medewerkers met die kennis? Na Kinderkoppie en Peuteren en Kleuteren gaat ‘De Lastige Kleuter’ in op de specifieke aspecten van de breinontwikkeling van vier- en vijfjarigen. Daarna komen de drie vormen van breinleren van het jonge kind aan bod: ervarend-, patroonherkennend- en denkend leren. Het derde deel van het boek wordt, met gevoel voor relativering, uitgelegd waarom juist kleuters moeite kunnen hebben met de leeromgeving die wij hen aanbieden.
Of eh, is het misschien net andersom? Heeft de leeromgeving misschien moeite met hen? ‘De Lastige Kleuter’ gaat over gedragsproblemen zoals die zich openbaren in de onderbouw van het primair onderwijs. Het boek geeft daarvoor neurobiologische en neuropsychologische verklaringen, maar ook de aanleg, de invloed van thuis en van school spelen een rol. Een 'mustread' voor jongekind-leerkrachten, met wetenschappelijk onderbouwde theorie en herkenbare voorbeelden.