Cadi (10) wordt achtervolgd door schuldgevoelens na de tragische dood van haar zusje. Als ook haar grootmoeder overlijdt, trekt ze in haar eentje de wildernis van de Great Smokey Valley in, de streek waar haar uit Schotland afkomstige voorouders heen trokken. Ze is op zoek naar de identiteit van de Zondeneter, de man die bij de begrafenis van een dode de zonden meeneemt naar zijn geheime woonplaats hoog in de bergen. Op haar speurtochten wordt ze vaak vergezeld door Fagan (14), een jongen die regelmatig wordt mishandeld door zijn wrede vader. Samen ontdekken ze, mede geïnspireerd door de woorden van de evangelist die hun vallei binnenkomt, de afschuwelijke zaken die hun (voor)ouders hebben verricht toen ze het gebied afnamen van de oorspronkelijke indiaanse bevolking. Tot het eind toe weet de schrijfster van onder meer een veelgelezen trilogie over het leven in het oude Romeinse Rijk, de spanning in deze rond 1850 spelende roman vast te houden. Kleine druk.