10 mei 1940 begon de Duitse bezetting van Nederland. Rotterdam werd een doelwit. De achttienjarige rebelse Cor wordt lid van een verzetsgroep, geleid door Gerrit, een kapelaan. Alfons, een Poolse ex-soldaat van de Wehrmacht, is een ander lid. Tenslotte is er Karel. We volgen de acties van de verzetsgroep gedurende de periode van de bezetting. De acties van de verzetsgroep zijn verschillend. Er zijn de overvallen om bonkaarten te eisen en zo over voldoende voedsel te beschikken. Ze schrikken er niet voor terug collaborateurs te vermoorden. Niet helemaal zonder gewetenswroeging, maar zulke operaties zijn nu eenmaal onvermijdelijk volgens hen. Het helpen van Engelse piloten behoort eveneens tot hun taak. Bloedstollende ondervragingen door de Duitsers volgen op mislukte verzetsdaden. Tussendoor krijgt de lezer inkijk in het persoonlijke leven van Cor, Gerrit, Alfons en Karel buiten de verzetsgroep. Cees Bruijs schreef dit boek om de belofte in te lossen die hij deed aan zijn jonggestorven vader: het geromantiseerd vertellen van diens oorlogservaringen. Boeiend verhaal, vlot verteld. Mooie afwisseling van de verschillende verhaallijnen. Af en toe zijn er passages op die een zeker literair talent laten vermoeden.