Rick de Leeuw (1960), zanger van 'Tröckener Kecks', debuteerde met deze kleine roman over Richard Koning, een jongen die ervan droomt een beroemde voetballer te worden. Enkele jaren nadat zijn moeder in het ziekenhuis is overleden tijdens een wedstrijd waarin hij een belangrijk doelpunt maakt, wordt hij op aanraden van een tante op een internaat gedaan. Daar weet hij zich alleen te handhaven door zich regelmatig terug te trekken in zijn eigen wereldje. Daarin wordt hij bezocht door Johan Cruijff, die hem bemoedigend toespreekt en stimuleert zijn voetbaltalent verder te ontwikkelen. Het contrast tussen dit droomwereldje en het kille katholieke kostschoolleven wordt op overtuigende wijze geschetst. Het verhaal balanceert soms angstig op de rand van de sentimentaliteit, maar valt nergens in de afgrond. Aan het slot neemt Richard definitief afscheid van Cruijff: Zijn kindertijd is voorbij, hij kan nu op eigen benen staan. Achterin het boek staat de tekst van het nummer 'Winnaars, verliezers' van het album 'Het sterkste album uit hun bestaan' van de Kecks. Vrij kleine druk.