De laatste jaren is discussie gevoerd over verschillen tussen jongens en meisjes in het onderwijs. Er is sprake van onderpresteren van jongens en het onderwijs zou meer een beroep doen op competenties die bij meisjes sterker ontwikkeld zijn. Wetenschappelijk is nog veel onduidelijk over dit thema. De auteur houdt een pleidooi voor de ontwikkeling van 'jongenspedagogiek' en versterking van de expertise over jongens. Hij wil handvatten geven aan mensen in het onderwijs om de aanpak voor jongens én meisjes te verbeteren. Hoofdstuk 1 gaat over jongensgedrag: actiegedrag, bewegen, emoties, daadkracht, competitie, stoer. Hoofdstuk 2 gaat over opvoeden van jongens in de maatschappij: bevorderen van mannelijkheid en de ontmannelijking, verering van helden, omgaan met beweging, grenzen stellen. Hoofdstuk 3 gaat over de onderwijsbehoeften van jongens, fysiek gedrag, beoordelen, taal versus doe en een man of vrouw voor de klas. Hoofdstuk 4 gaat over de dagelijkse praktijk: grenzen en regels, omgaan met conflicten, hoe creëer je een jongensvriendelijke school, waardering, bewegingsonderwijs en lichaamsleren. Bevat tips en suggesties voor de versterking van het onderwijs aan jongens. Toegankelijk boek, ontstaan vanuit de praktijk en gericht op primair en speciaal onderwijs en de opleidingen.