In deze veertiende* politieroman rond Commissaris Meerhout eist haar hoofdinspecteur Masson de hoofdrol op. Al sinds de veroordeling van seriemoordenaar Meersman weet Masson dat deze niet zes jongetjes maar zeven kinderen heeft ontvoerd, misbruikt en afgeslacht. Het zevende lijk is nooit gevonden. Meersman ontkent en bewijzen zijn er niet, maar het blijft een obsessie voor de agent. Tot Meersman op zijn sterfbed in de gevangenis Masson roept en hij de begraafplaats van het zevende kind onthult. Maar daar blijkt een ouder kind te liggen. Ondertussen sterft een oude dame in het hotel van de vriendin van Masson. Een ongeluk of is er meer aan de hand? De Vlaamse auteur (1961) slaagt er telkens in een boeiende detective af te leveren en ook deze is een voltreffer, waarbij zowel de hoop als de wanhoop van de pessimistisch ingestelde inspecteur psychologisch goed getekend worden weergegeven. De nevenintrige is wat magertjes, maar dat drukt de pret niet omdat de spanning van de hoofdplot stelselmatig opgedreven wordt en de ontknoping voor zowel het politieteam als voor de lezer verrassend is. *Dertiende deel in de serie, 'Nooit meer alleen': 2017-23-0732 (2018/04).