Na zijn bekering tot het christelijk geloof manifesteerde Lewis (1898-1963) zich als christelijk apologeet. Hierin bleef hij echter toch een rationalistisch denker. Ook dit boek, een allegorische roman over hemel en hel en na 'Brieven uit de Hel' wellicht zijn bekendste, laat dat zien. Lewis weet haarfijn wie in de hemel en wie in de hel thuishoort. Zo ziet ook de welwillende lezer die niet de hele christelijke traditie met huid en haar slikt, maar die toch begint met ermee in te stemmen dat een synthese tussen goed en kwaad (zie titel) niet mogelijk is, zich tot zijn schrik plotseling ter helle verwezen. De hel is hier een stad waar mensen nog leven en denken als op Aarde. Wanneer enkelen hunner een excursie maken naar het voorland van de hemel, worden zij daar vermaand anders te gaan denken. Behalve alle egocentrische en twistzieke mensen geldt dit ook alle ook maar enigszins kritisch denkende christenen en alle ongelovigen. Is er voor hen nog hoop? Ja, als zij alsnog het geloof conform Lewis' interpretatie omhelzen. De vertaling is vlot. Normale druk.
Eerder aangeboden: 2015-50-2900 (2016/16). Deze uitgave in de serie Christelijke klassiekers. Ongewijzigde herdruk.