Eerste, zelfstandig te lezen, deel van een trilogie rond het huis Haamstede (Zeeland); dit deel speelt rond 1890. Het weesmeisje Bonne Versuylen wordt bij haar adellijke familie op het genoemde kasteel ondergebracht. Upstairs de familie, downstairs het personeel, waar Bonne aan wordt toegevoegd. Zo kan zij de schulden die haar vader, handelaar, haar achterliet, voldoen. Ook is haar oom uit op een huwelijk met een drinkende en spelende nietsnut. Een bezoeker, de rijke baron Max van Kruiningen, lijkt uit op de hand van een der dochters, maar het loopt anders. Intriges en romantische verwikkelingen rond de adellijke kringen spelen een belangrijke rol in dit Assepoester-verhaal en geven een aardig tijdsbeeld.