Breder Weltmann is erfgenaam van een groot vermogen dat zijn familie heeft opgebouwd toen kolenmijnen winstgevende ondernemingen waren. Zijn familie bezat de eerste en laatste mijn in Zuid-Limburg. Nu woont hij in het grote huis op het grote landgoed totdat op een dag zijn huis in brand staat en wordt verwoest. Hij heeft geen idee wie de brandstichter is. Dat wordt ook niet duidelijk als hij, op bezoek bij zijn neef, zwaar wordt mishandeld. Langzaam aan blijkt een en ander met het verleden te maken te hebben en Breder gaat op onderzoek in oude mijnarchieven en op reeds lang afgesloten plaatsen. De langzame omwenteling van naïeve, aarzelende en bange man tot een tot actie bereide en besluitvaardige hoofdpersoon is door de schrijver op overtuigende wijze neergezet. Met daarnaast flink wat raadsels in een door roddel en achterklap beheerst Limburgs dorp, waar corruptie en vriendjespollitiek aan de orde van de dag zijn en waar een buitenstaander buitenstaander blijft. Die sfeer is raak getroffen en levert voldoende spanning op. Een knappe roman. Normale druk.