Mel(anie), dertiger, trekt zich terug op het platteland van Cornwall, om een boek over schilderkunst te schrijven. Ze probeert en ook een verbroken relatie en de dood van haar moeder te verwerken. Door haar huisbaas, Patrick, raakt ze betrokken bij de tuin van zijn landhuis. Voor de auteur is dit een gelegenheid zicht te geven op prachtige tuinontwerpen, waarin ze zich ook heeft verdiept. Via de tuin ontdekt Mel een onbekende, goede schilder, enigszins betrokken bij een schildersgroep die begin 20e eeuw Cornwall bezocht. Ook hier heeft de schrijfster zich goed ingewerkt, getuige het nawoord. Fragmenten van het leven van de schilder, rond 1912, zijn in deze boeiende roman verweven met de dubbele (!) ontdekkingstocht van Mel. Meeslepend verhaal met twee perspectieven, dat vooral vrouwen zal aanspreken. De auteur, vroeger redacteur bij een uitgeverij, schreef eerder "Het droomhuis". Ze wordt vergeleken met o.a. Maeve Binchy. Paperback, kleine druk, aantrekkelijke, suggestieve omslag. Er is een Engelse trend in romans rond tuinen. Vgl. o.a. Helen Humphreys: "De verloren tuin" (2003) en Sarah Duncan "Onder de blote hemel" (2006).