Marten van Olst wil net als zijn vader arts worden. Als hij dan eindelijk inloot en de studie afrondt, merkt hij dat het vak toch weerbarstiger en minder romantisch is dan hij gedacht had. Onervaren en een beetje naïef begint hij als arts-assistent op de afdeling chirurgie. Daar heeft hij het gevoel in het diepe gegooid te worden. Er blijkt binnen de chirurgenwereld een strikte hiërarchie, waar hij zich in moet voegen. Patiënten, verpleegkundigen en artsen stellen hem vragen en plaatsen hem voor situaties die volkomen nieuw zijn. De ene keer staat hij er alleen voor, de andere keer is er wel een collega of verpleegkundige die hem een beetje op weg helpt. Zijn privéleven lijdt onder zijn werk. Gaandeweg leert hij beter prioriteiten stellen. Ook laat hij zien hoe hij van een klassiek studentikoos type allengs verandert in een echte dokter. Van Olst heeft een vlotte pen, is humoristisch, kan zichzelf relativeren. In het genre boeken van en door jonge onervaren dokters is dit een relatief luchtig exemplaar, dat een aardige inkijk geeft in een start vol hobbels van dit vak. Ongewijzigde herdruk. Zowel op tv als op de boekenmarkt blijkt dat leven en werk van (vooral jonge) dokters erg tot de verbeelding spreekt.