Margaret vlucht voor haar onbetrouwbare stiefvader en vindt een baantje als dienstmeid op een groot landgoed. Tot haar schrik ontdekt ze dat het eigendom is van de man wiens huwelijksaanzoek ze ooit afwees. Ze heeft weinig ervaring met het werk omdat ze in weelde is opgegroeid en leert dat haar houding tegenover het personeel helemaal niet vriendelijk was. Deze roman speelt rond 1800, vrouwen hebben nauwelijks iets te vertellen. Er is een groot klassenverschil en Margaret leert door schade en schande dat personeel volstrekt onbelangrijk is in de ogen van werkgevers terwijl ze belangrijk werk verrichten. Voor liefhebbers van films als 'Upstairs downstairs' een aantrekkelijk, lief verhaal met een christelijke ondertoon. Veel aandacht voor de taken van het personeel. De citaten aan het begin van elk hoofdstuk uit handboeken over gedragsregels van het personeel laten de werelden van verschil zien tussen upstairs en downstairs.