Johanna, de dochter van een achttiende-eeuwse herbergier, verlaat na een conflict het ouderlijk huis. Als zij als dienstmeid aan de slag gaat bij 'meneer Herman' zijn de gebeurtenissen daar vormend voor de rest van haar leven. Uiteindelijk trouwt zij in 1726 met raadspensionaris Simon van Slingelandt. Marja Visscher beschrijft het leven van Johanna van Coesveld (1684-1768) op basis van historische feiten aangevuld met fictie. Opvallend is de geloofwaardige en natuurlijke karakterontwikkeling van het hoofdpersonage, ondanks de ingevulde en verzonnen passages. Met het vertelperspectief van een alwetende verteller zet Visscher direct een compleet en innemend karakter neer. Johanna wekt al snel sympathie op. Visscher weet precies wanneer de suggestie genoeg is, zeker bij de heftige scènes. Op sommige momenten in het werk gaat de vaart er wat uit, maar dit duurt nooit te lang. Marja Visscher (1951) is schrijver en journalist.