Angelo wordt wakker in een nachtmerrie. Zijn droom is uitgekomen: als arme leerlooierszoon is hij uitverkoren om een zangopleiding te volgen aan het conservatorium van Florence. Maar hij wist niet welke prijs hij daarvoor moest betalen.
We bevinden ons in Italië, rond 1700. Een tijd waarin de gegoeden in de maatschappij baden in weelde, in goudbrokaat en bordeauxrode zijde, in overvloedige maaltijden en schitterende muziek. Een tijd waarin een mooie jongensstem goud waard is en men heel ver gaat om die te behouden. Een tijd van castraten.
Wat Angelo is aangedaan, is onomkeerbaar. Nooit zal zijn stem zwaar worden. Nooit zal hij kinderen krijgen. Nooit zal hij mogen trouwen. Hij leidt een bevoorrecht leven, maar is dat ook het leven dat hij zelf verkiest?
Er lijkt hem een uitweg geboden als prins Ferdinando De'Medici zijn oog op hem laat vallen. De deuren naar een heel nieuw leven openen zich: een leven vol rijkdom, prachtige muziek én met Rosa, de aantrekkelijke, slimme en grappige dochter van De'Medici's hofcomponist Scarlatti.
Angelo realiseert zich dat wanneer hij dat leven binnentreedt, hij zich met ziel en zaligheid aan de grillen van prins Ferdinando zal moeten overgeven. Is het dat waard? Hij staat voor een onmogelijke keuze...