Duizenden mensen lijden aan dementie. De ziekte overkomt ook de naasten, vaak partners in een relatie die al lang duurt. Ooit hebben ze beloofd altijd bij de ander te blijven. Kan die belofte nog worden waargemaakt als dementie de patiënt in haar macht krijgt? Hoe kun je iemand nabij zijn en verzorgen die jou niet meer herkent, angstig voor je is, je uitscheldt? Dergelijke vragen kwellen Edwin, een man op hoge leeftijd. Zijn grote liefde Ria gaat naar een verzorgingshuis, want Edwin kan niet meer met haar in een huis leven. Hun kleindochter Nadine stelt zich dezelfde vragen waarmee Edwin worstelt, in deze waargebeurde geschiedenis van haar grootouders, van hun intense liefde voor elkaar en het verloop van de slopende ziekte die ten slotte maakte dat Ria aan die liefde geen herinnering meer had. Het is een 'stil' verhaal, goed vertaald, bijna eenvoudig opgeschreven, maar het zit dicht op de huid en is ontroerend. De verwoesting die dementie kan aanrichten, komt in het volle zicht. De Duitse schrijfster (1982) is journaliste voor Die Zeit. Duidelijke druk. Een mooi, zuiver boek, herkenbaar voor mensen die in hun omgeving met dementie te maken hebben.