De beestenpaden zijn de wegen buiten het park die gevaarlijk zijn voor de dieren uit het park. Het boek bevat 55 verhalen over de dieren in een park in Leiden en enkele huisdieren in een woning. Er zijn een president, verschillende politieke partijen (per diersoort) en bijhorende verkiezingen. Steeds terugkerende personages maken de vertelling min of meer tot een geheel. De auteur maakt veel gebruik van dialogen waardoor de dieren met elkaar communiceren. Ze gebruiken een eigen terminologie (bijvoorbeeld 'holle beesten' voor auto's en 'rechtoplopers' voor mensen) en eigen uitdrukkingen (een muis die zich uit de pootjes maakte). De gelijkenis met menselijk gedrag is nooit ver weg. Faalangst en pesten worden besproken. In sommige verhalen worden thema's uitgewerkt die maatschappelijk herkenbaar zijn, o.m. wedijver tussen journalisten om de luistercijfers, conflicten tussen gelovigen en vrijdenkers, de moeilijkheden met allochtonen en de integratieproblematiek. Een verzameling fabels kun je het boek niet noemen. Daarvoor mist het de nodige filosofische diepgang of een zedenles. De verhalen blijven te veel bij de feitelijkheid, bevatten langdradige detaillistische dialogen en gaan daardoor vlug vervelen.