De auteur, Deryck J.H. Ferrier (1933) en in het verhaal baas Ferrie genoemd, beschrijft zijn persoonlijke belevenissen wanneer hij vanaf 1974 met een ploeg mannen een deel van het Surinaamse bos moet inventariseren. Dat wordt een reisverslag vol avonturen, met als hoogtepunt de ontmoeting met een jaguar. Door de bescherming van een Indiaanse bosgeest blijven ze in leven. Hoewel politieke ontwikkelingen in Suriname - zoals de Binnenlandse Oorlog (1986-1992) - zijdelings worden benoemd, zijn de gevolgen daarvan, met name voor de mannen van baas Ferrie, zeer groot. De liefdevolle wijze waarop de onderlinge band wordt beschreven, is ontroerend. Deze blik op het Surinaamse oerwoud en haar bewoners biedt een bijzondere kennismaking.