Vrolijke, speelse, swingkleurige dichtbundel voor kinderen waarin 'de banaan' van alle kanten geportretteerd wordt met taal, beeld, blijdschap, blues, woordgrap, illustratieve dynamiek, rechte zinnen, rijm, kromme zinnen en monkelende gein. Er wordt gesproken over '21 kromme versjes' - maar deze lezer spreekt van gedichten die oproepen tot voorlezen, zelf lezen, zingen, uiteen rafelen, herhalen, strofen erbij verzinnen, illustraties erbij verzinnen, feestvieren met taal & beeld, in dienst van de banaan. 'Maar wat doe ik eraan? Die banaan moet toch open.' En dit mooie boekwerkje moet zeker open: niet een keer, maar honderden keren, om te genieten van prachtige vondsten als een vers in de vorm van een banaan, een banaan die wordt geopereerd, bellen met een banaan, bananen met humor, de aap van Sinterklaas die geen bananen lust. Illustraties en tekst zijn briljant en passen perfect bij elkaar. De bundel is mooi vormgegeven en hoort thuis in elke kinderboekenkast en zeker in elke kinderbibliotheek. Een kleinood om te koesteren van twee raskunstenaars. Vanaf ca. 7 jaar