De auteur, Dmitrij Kapitelman, is de ik-figuur. Hij stamt uit een Oekraïense Joodse familie, leeft nu in Oost-Duitsland en wordt door neonazi's bedreigd. Zelf is hij half joods. Zijn vader Leonid is ook niet gelovig, hij is wantrouwend geworden. Om zijn 'onzichtbare' vader beter te doorgronden, maar ook zijn eigen identiteit te verkennen, neemt hij hem mee naar Israël. Ergens bij horen is hun doel. Dmitrij onderwerpt zich vaak aan een innerlijk gerechtshof betreffend zijn drievoudige identiteit: Duits, Oekraïens, Joods, die geeft hij niet zomaar prijs. In Israël bezoeken zij de trekpleisters en een oude vriend, 'de alwetende'. Dmitrij wil naar de Palestijnse gebieden maar zijn vader niet, hij is bang. Hij haat de Arabieren, terwijl hij zich eigenlijk niet echt voor het leven van de Joden hier interesseert. In de bezette gebieden ondervindt Dmitrij/Dima gastvrijheid, in het bijzonder bij de mooie Dina. De reis brengt beide mannen nader tot elkaar. Het humorvolle verhaal is vol ironie en innerlijke tegenstrijdigheden. De situatie in het Nabije Oosten wordt onpartijdig beschreven. Debuutroman van de journalist Dmitrij Kapitelman (1986) die voor de kranten die Zeit en taz schrijft. Hij ontving voor deze roman de Klaus-Michael Prijs van de Harbour Front Literaturfestival 2016.