Het eerste boek van de IJslandse thrillerschrijver met de gepensioneerde politieman Konrád in de hoofdrol. Het mooi geschreven verhaal komt wat langzaam op gang, ook omdat Arnaldur Indridason de tijd neemt om zijn nieuwe held te introduceren: ouders gescheiden, zijn vermoorde vader een oplichter, in zijn jeugd gepest vanwege een dun armpje en zijn geliefde vrouw niet zo lang geleden aan kanker overleden. Op een smeltende gletsjer wordt het lichaam van de al dertig jaar vermiste ondernemer Sigurvin gevonden. Hij blijkt vermoord, zoals al werd vermoed, maar niet kon worden bewezen. Konrád leidde toen het onderzoek en wordt er nu tegen zijn zin weer bij geroepen omdat de terminaal zieke verdachte alleen met hem wil praten. Dat gesprek leidt tot niets, maar vlak daarna meldt zich een vrouw met nieuwe gegevens over de moord. De nu geïntrigeerde Konrád neemt stilletjes het onderzoek over en komt er tot zijn schrik achter dat hij zich in het verleden teveel op één verdachte heeft gericht. Via ouderwets speurwerk komt hij uit bij de moordenaar die al dertig jaar op hem wacht.