De Irakees Haris Abadi was tijdens de oorlog in Irak tolk voor de Amerikanen en als tegenprestatie kregen hij en zijn zus de Amerikaanse nationaliteit. Nu wonend in Michigan kan hij daar niet goed zijn draai vinden en zoekt een doel. Hij reist naar de Turkse grens met Syrië om te gaan vechten tegen het regime van president Assad. Maar de grens is gesloten en zijn geld en Amerikaans paspoort worden gestolen. De Syrische vluchtelingen Amir en zijn vrouw Daphne, die hun dochter verloren in de strijd om Aleppo, nemen hem op. Hij krijgt een band met Daphne die gelooft dat haar dochter nog leeft. Dan komt ze voor de keus te staan: bij haar man blijven of met Haris meegaan naar Syrië en Aleppo. Dit is de tweede, goedbesproken roman van de Amerikaanse oorlogscorrespondent (1980) die voor diverse kranten schrijft, ook over Syrië, en in 2015 debuteerde met de roman 'Green on blue'. Deze actuele roman is zeer boeiend door de goed uitgewerkte dilemma's van Haris, maar vooral door de knap beschreven, schrijnende oorlogssituatie in Syrië en grensgebied.