Novelle over de belevenissen van een fantasierijk Haags jongetje, zoon van een joodse pianist en een niet-joodse, aan tbc overleden, violiste, in de oorlogsjaren. Hij voelt zich niet altijd thuis in deze familie waarin muziek de boventoon voert. Zijn vader is uiterst onrealistisch en meer geïnteresseerd in muziekinstrumenten dan voedselvoorziening en onderduiken. Hij trekt veel op met een groepje straatjongens, maar kan zich aan de andere kant helemaal vereenzelvigen met de vogelvanger Papageno uit 'Die Zauberflöte'. Zijn leven beweegt zich tussen de harde realiteit van de oorlogsjaren en zijn fantasie. Sfeervolle novelle met vele korte hoofdstukken. Gebonden uitgave op pocketformaat; normale druk.