Hansen, een man die alleen woont in Berlijn, enkele vrienden heeft, een zoon en een prachtige loopbaan, vindt op zijn 59ste, dat zijn leven mooi geweest is. Hij heeft er geen zin meer in. Hij besluit naar Zweden te gaan om in de sneeuw, in december op zijn 60ste verjaardag een eind aan zijn leven te maken. Daar verblijft hij in een hut alleen, gaat wandelen en overdenkt zijn leven. Maar het zijn de demonen, monsters in zijn gedachten, schuldgevoelens, spijt over dingen die hij niet gedaan heeft, angst en de stilte die hem dwars zitten. Hij heeft schaars contact met de verhuurder van zijn boshut, dit blijkt een ingrijpend contact. Zijn beste vriend in Berlijn, die hij de avond voor zijn vertrek over zijn plannen heeft verteld, is bezorgd. De vriend verkeert in een groot dilemma: moet hij de zoon van Hansen informeren over het plan van zijn vader? De schrijver (1957) had ruim twintig jaar een - toen zeer bekend en geliefd - radioprogramma waarin luisteraars hun problemen met hem bespraken. Deze tweede roman* biedt zeker stof tot nadenken. Interessante roman over een actueel thema.