Bundel van een dichter (1993) die ook verhalen en romans schrijft. Hij was laureaat van het C.C.S. Crone-stipendium. Als dichter debuteerde hij in 2018 met 'Het woedeboek', dat een strenge gereformeerde jeugd echoot. In de bijna 50 gedichten met vrije vorm domineert het thema van het thuis zijn. Hij beschrijft zijn interieur en geeft zijn gedachten daarbij. Het contact met de buitenwereld is beperkt. Wolken en regen zijn er achter het raam, het schorre gekras van eksters is te horen en er is een brief gekomen. Deze jonge dichter slaagt er voortreffelijk in die materiële en geestelijke binnenwereld te schetsen en daarmee een gevoel van isolement teweeg te brengen, maar ook van warmte en veiligheid. Het omslag met 'Mein Wohnzimmer' van de expressionistische schilder Egon Schiele sluit daar naadloos op aan. De bundel zal iedereen aanspreken die houdt van de geborgenheid van de eigen woning en daar in poëzie woorden voor zoekt. Dat past zeker bij de wintertijd, maar het haakt - bedoeld of onbedoeld - ook in op de actualiteit van coronamaatregelen die mensen dwingen thuis te blijven.
Uitgeversinformatie
De gedichten in Dagen in huis vertrekken steeds vanuit benaderbare beelden: een hand, een wolk, een raam, een dier. De vanzelfsprekende indrukken die ze oproepen, worden subtiel afgetast, en het meest vanzelfsprekende kenmerk van de poëzie - de metafoor - wordt langzaam heruitgevonden.
Uit de media
Hoe is dit boek ontvangen door de media? Log in op Literom en lees daar de volledige recensietekst. Hier alvast een voorproefje.
Geertjan de Vugt, de Volkskrant: "Bidden en dichten lijken best op elkaar"