De auteur (1954-2018) blikt terug op een rijk en veelzijdig schrijversleven. Ze vertelt haar verhaal aan de hand van teksten die ze terugvond in haar archief, van essays en lezingen tot mails. Daarbij laat ze zien waar het schrijverschap naast het daadwerkelijke schrijven nog meer uit is opgebouwd: inspiratiebronnen, internationale gastschrijverschappen, uitgeversperikelen, de omgang met lezers, scholieren, vertalers en pers. Vooral ook laat ze zien wat haar drijft, welke morele dilemma's ze op wil werpen en welke actuele kwesties ze heeft aangesneden. Veel van de teksten zijn op zichzelf al de moeite waard - scherp, humoristisch - maar de meerwaarde zit in de literaire autobiografie die Dorrestein zo van zichzelf samenstelt. Dat doet ze met die slimme en toch lichtvoetige toon die haar zo eigen is. Het is daarmee een vrolijk stemmend boek - tot de lezer beseft dat ze dit werk nooit had samengesteld, als ze geen vergevorderde slokdarmkanker had, die haar in mei 2018 fataal werd. Dit boek laat nog een keer met verve zien hoe uniek Dorrestein is. Het laat ook zien waarom we haar zo ontzettend gaan missen.