Vierkant prentenboek met een eenvoudig verhaal over het prairiehondje Coyote, dat verdwaald is en zich alleen voelt. Achtereenvolgens vraagt het hulp aan de maan, een slang, en een vogeltje, maar het advies van een pad wil hij niet meer, omdat hij steeds weer pech heeft. Als de pad uiteindelijk zegt dat het enige wat hij kan doen is: blijven zitten en hard huilen, komt inderdaad zijn moeder hem zoeken en gaan ze samen naar huis. De repeterende en stapelende tekst is gedrukt in een royale, dikgedrukte letter, in korte regels, verspreid over de paginagrote illustraties in bruinrode en geelgroene aardetinten, en paarsblauw voor de avondhemel. Het getekende landschap is kaal, met cactussen en rotsachtige bergen. De dieren zijn karikaturaal getekend, met grappige gezichtsuitdrukkingen, ook bij de maan. Hoewel het hondje er niet echt uitziet als een coyote (prairiewolf) wijzen zijn naam en biotoop er wel op dat hij een in Noord-Amerika voorkomende soort moet voorstellen. Dat laat onverlet dat ook Nederlandse kinderen van het avontuur zullen genieten. Vanaf ca. 3 jaar.