De ongeveer 60-jarige Valentine is de vrouw van de minister van financiën en woont in Parijs. Ze pleegt met grote regelmaat winkeldiefstallen, omdat het haar een kick geeft. Als ze op een dag iets steelt wat ze absoluut niet had moeten stelen, vraagt ze zich af of ze soms mentaal ziek is. Ze zoekt op internet naar alle gegevens over kleptomanie. De schrijfster weidt hier nogal over uit, wat het verhaal langdradig maakt. Pas tegen het eind wordt het weer spannend en komt ze met een onverwachte ontknoping. Het karakter van Valentine wordt goed uitgewerkt. De schrijfster behandelde in vorige boeken manisch-depressiviteit, erotomanie en andere verslavingen. Ze laat vooral zien dat in menselijke verhoudingen niet alles is wat het lijkt en hoe bepalend verslavingen voor het leven kunnen zijn.