Hoofdpersoon in deze wel zeer onwaarschijnlijke roman is de kleine man Nestor. Hij slijt zijn dagen in de even pittoreske als louche Parijse wijk van Barbès-Rochechouart met de zorg voor zijn grootmoeder en het sinds zijn ontslag als schoenenverkoper met vrienden rondhangen in cafés op zoek naar vermaak en werk. De roman krijgt een verhaallijn als bij zijn oma de dementie toeslaat waarmee ze hem onverwachte en hachelijke avonturen bezorgt. Voor een optimale mantelzorg spreekt hij zijn sinds enige geslaagde schoolopstellen vermeende schrijftalent aan: een bestseller zal hun leven een nieuwe dimensie geven. De lezer vreest dan al dat dit onwaarschijnlijke scenario in de vrolijke verteltrant van de auteur uit zal komen. Gelardeerd met quasi filosofische levenswijsheden loopt de roman dan uit op een suikerzoete en afgeraffelde climax.