Onze cultuur is in snelle beweging. Alles om ons heen verandert. Hoe, wat en waartoe voeden we onze kinderen op? In een statische cultuur is daarover gemakkelijk na te denken. Maar in onze cultuur is dat moeilijker. Hoe kunnen we het christelijke aspect in stand houden met als adagium: het beloofde rijk van God, het Koninkrijk van de liefde? De schrijver behandelt contactmogelijkheden als aanraken, verzorgen, samen eten, luisteren, spelen, praten en vertellen. In het model spelen het stoffelijke, het organische, het zelfbewustzijn en dergelijke een rol. Voor wat de opvoedingssituatie betreft, krijgen het gezin, de kerk, de school en ook de economie aandacht. Aan het slot is er een register. Het boek is vlot geschreven en vooral bedoeld om het gesprek met vakgenoten en anderen op gang te brengen. Het is een open geschrift. De schrijver (1929) was bijna zijn hele leven in het onderwijs werkzaam. Hij eindige als hoogleraar orthopedagogiek in Leiden.