Een stoer meisje verveelt zich in de zomervakantie en is blij dat ze op een avond ontvoerd wordt door een grote woeste rover: eindelijk iemand om mee te spelen. Haar vader vindt het goed dat ze wordt 'ontvoerd'. De rover neemt haar op zijn paard in een woeste rit mee naar zijn rovershol. Terwijl hij slaapt, versiert zij het hol met bloemen. Blijkt hij bij het ontbijt een doodgewone kindereter te zijn; wat een tegenvaller! Gauw vlucht ze naar huis. Soepel in de ik-persoon gesteld verhaal waarin spel en werkelijkheid door elkaar lopen, doorspekt met fijne humor en beeldgrapjes. Met die werkelijkheid wordt gespeeld als het meisje thuiskomt met een paard. De stukjes tekst zijn mooi geïntegreerd in de grote illustraties over dubbele pagina's. Tekst en beeld vormen een geheel en versterken elkaar. De hoofdfiguren zijn met krasserige zwarte lijnen getekend en daardoor duidelijk herkenbaar. De illustraties zijn uitgewerkt in gemengde techniek in prachtige wisselende tinten, afhankelijk van de sfeer van het verhaal. Heerlijk kijk- en voorleesboek over een eigenzinnig en ontwapenend meisje op zoek naar aandacht en avontuur. Vanaf ca. 4 jaar. Vertaling van 'De kindereter' (2007).