De auteur, hoogleraar letterkunde, heeft voor de biografie van de freules Cécile (1866-1944) en Elsa de Jong van Beek en Donk (1868-1939) gebruik kunnen maken van divers archiefmateriaal, waaronder brieven en dagboeken van de hoofdrolspelers. Cécile vestigde haar naam als feministe en dompelde zich na haar scheiding van een rijke Haagse ondernemer onder in de Parijse kunstenaarswereld. Als fervent aanhanger van het Vichy-regime kwam ze in haar laatste levensjaren in een isolement te verkeren. Elsa huwde met de beroemde componist Alphons Diepenbrock en was in de gelegenheid vriendschap te sluiten met kunstenaars als Mengelberg, Mahler en Toorop. Beider levens bevatten meer dan genoeg ingrediënten voor boeiende levensgeschiedenissen, die tevens een rijk inzicht bieden in de cultuur van het Fin de Siècle (1890-1914) en Interbellum in Nederland en Frankrijk. Het goed leesbare werk is voorzien van illustraties (zwart-wit), literatuurverwijzingen en register. Ongewijzigde herdruk.