Het verhaal speelt zich af in Lotharingen, de streek waar na de sluiting van de mijnen een hoge werkloosheid is en het Front National veel stemmen trekt. De hoofdpersonen zijn een vader met twee zonen, Fus en Gillou. De moeder is overleden. Vader werkt bij de spoorwegen en probeert ondanks zijn verdriet het huishouden draaiend te houden. Pa is lid van de Socialistische Partij en brengt folders rond met zijn zoons. Fus voetbalt elk weekend, gaat naar de middelbare school en het lijkt redelijk te gaan met hem. Dan ontdekt de vader dat Fus omgaat met FN leden en dat hij spijbelt. Het komt tot heftige discussies. Als Fus op een dag zwaar gewond op de bank ligt, brengt vader hem naar het ziekenhuis waar Fus behandeld wordt en enige tijd kunstmatig in coma gehouden wordt, een lange revalidatie volgt. Hij was door leden van Antifa in elkaar geslagen. Op een dag staat de politie voor de deur en neemt Fus mee, hij wordt beschuldigd van moord. Het proces is voor de vader een periode van overdenking. Kun je alles verdragen in naam van ouderliefde? Wat betekent het om vader te zijn en je zoon niet meer te herkennen? Een ontroerende roman die in korte zinnen en beeldende taal de strijd van een vader om zijn zoon vertelt. Dit debuut van Petitmangin (1965) blijft de lezer lang bij.