Dit boek bestaat uit vier novellen. In het titelverhaal komt de geadopteerde Clare erachter dat haar grootmoeder haar een huis heeft nagelaten. In het afgelegen dorp aan zee ontrafelt ze de griezelige familiegeschiedenis. Als haar ouders gaan scheiden, zoekt de twaalfjarige Mia haar toevlucht bij een wilde kattenkolonie naast haar huis. Haar moeder hertrouwt, stiefvader ontpopt zich als een engerd, maar de katten verdedigen Mia. Studente Alyce raakt zwanger van een docent, waarop hij niets meer van haar wil weten. Gelukkig ontfermt een gastdocent, een oude dichter, zich over Alyce. Tenslotte is er Elisabeth, die trouwt met een rijke man met een oud familiehuis op Cape Cod. Ze wordt stiefmoeder van Stefan, het kind dat de zelfmoord van zijn moeder en moord op zijn zusje overleefde. Alle verhalen hebben een spookachtige sfeer en ambigue gebeurtenissen gemeen (hebben ze wel echt plaatsgevonden?). Ook de thematiek komt overeen: wat kunnen vrouwen uitrichten tegen potentieel gewelddadige mannen? Juist het magisch-realistische karakter ervan maakt dat de verhalen onder de huid kruipen.