Zeven novellen, zeven thema's, uitmondend in een samenhangend geheel. Het titelverhaal is in dit opzicht verhelderend. Vanaf het terras richt de blik zich rondom, van links naar rechts en terug, neemt waar wat zich in deze 'mouvement de rotation' voordoet, natuur, bouwsels, koeien, en, in het brandpunt, een straat foeragerende mieren, ginnegappend over de grillen van hun Koningin. De associatie met het Panorama Mesdag dringt zich op. Ook een etage hoger is de rotatie herkenbaar als rondgang langs de samenleving. Concreet nog in de volgens de wijzers van de klok verschuivende beschrijving van de 20 vrouwenbeelden in de Jardin du Luxembourg, abstracter al waar tussen de verhalen onderling en met vroeger werk raaklijnen herkenbaar zijn, zoals de zielenroerselen van admiraal Nelson, historicus Herodotus en ingenieur Gluck. Aldus beschrijft Echenoz (1947) treffend de menselijke rondreis door tijd en ruimte, uitmondend in de demografische staalkaart van het slotverhaal, het zinnebeeldige relaas over een retourtje Parijs-Le Bourget. Opkomst en ondergang, onze cirkelgang!