Booker Prize-winnaar Ishiguro (1954) blijft verrassen met zeer uiteenlopende genres. Zijn laatste roman lijkt een oud ridderverhaal, dat speelt in de nadagen van de (fictieve) koning Arthur. Een van de ridders van de Ronde Tafel, sir Gawain, is inmiddels een oude man. Hij neemt zijn queeste als drakenbeschermer nog steeds zeer serieus. Naast hem speelt een ouder echtpaar, Beatrice en haar man Axl, een hoofdrol. Zij maken een pelgrimstocht naar een afgelegen dorp, omdat ze zich plotseling en onverklaarbaar hun verloren zoon herinneren. De gedragen taal, de magische sfeer en de geheimzinnige personages intrigeren, waardoor de aandacht vastgehouden wordt, ondanks de langzame tred van het verhaal. Het boek is een metafoor voor herinneren en vergeten en de rol ervan in de wereld. Ishiguro's personages hebben hun fouten en duistere motieven maar zijn tegelijkertijd door en door menselijk. Deze unieke, excentrieke roman werd door de pers erg uiteenlopend gerecenseerd. Aanbevelenswaardig voor literaire durfallen die niet opzien tegen onconventionele fantasy en folklore. Pocketuitgave.